Douglas en reuzenzilverspar werden geplant nadat de eiken aangetast door honingzwam in 1970 gekapt werden. Deze uitheemse naaldbomen vormen geen bedreiging voor de rest van het bos. Ze breiden zich (nog) niet spontaan uit: zaailingen van bv. douglas worden niet gevonden in andere delen van het bos. De rabatten zijn hier duidelijk zichtbaar. |
![]() |
![]() |
Achter het naaldbestand staan twee dikke beuken. Ze zijn gespaard bij de kappen tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog en zijn waarschijnlijk de oudste bomen in het bos. |